Hulst; (Ilex aquifolium) Hulstfamilie, Aquifoliaceae.
December blijkt de maand te zijn van de bomen. In de kruidencursus van deze maand zit een extra bijlage over een boom en ook de huiswerkopdracht gaat er over. Dus toen ik een boom tegen kwam, die deze maand sowieso al in de belangstellig staat en ook nog mooie kerst verhalen met zich mee brengt, was het kruid van de maand wel duidelijk!
Terwijl ik wandelde lette ik op de kruiden die nu nog dapper doorgroeien nu zoals zevenblad, fluitenkruid, klimop en een enkele paardenbloem. Maar wat me echt opviel, tussen de kale bomen, die prachtige hulst! Hulst, een “evergreen”, een altijd groene heester/boom met mooie rode bessen. Heel bekend nu in de kerst tijd, we versieren er nog steeds het huis mee en hij ontbreekt niet vaak in kerststukjes of als decoratie op de kerst tafel. Maar ik zag hem naast de bekende takken met de mooie knalrode bessen, nu ook in bloei met kleine witte bloempjes. Hoe zat dat?
Hulst komt voor in heel Europa, Noord-Afrika, en Zuid- en West-Azië. De boom blijft altijd groen, zij kan 10 tot wel 25 meter hoog worden! Het is eigenlijk een heester maar omdat ze zo oud worden lijken zij dan ook meer op bomen. Het blijkt dat er een vrouwelijke en een mannelijke soort is. Van de vrouwelijke bloemetjes groeit het vruchtbeginsel in het midden van de bloem uit tot de bes met zaadjes er in. Deze bessen zijn licht giftig, niet aan te raden dus. Na de vorst verdwijnt deze stof echter en worden de besjes gegeten door vogels, knaagdieren en herten. De zaden werden vroeger wel gebruikt, dan maakte men er een soort koffie van.
Tijdens het atlanticum (9000 tot 5800 jaar geleden), de warmste periode van het holoceen, rukte de hulst samen met klimop en maretak op tot in Denemarken. In onze streken is de aanwezigheid van hulst vanaf circa 6000 voor Christus aangetoond. In het oude Rome werden de hulsttakken met besjes gebruikt om het huis te verfraaien. Vroeger werden de jonge bladeren aan de toppen, die minder stekelig zijn, gebruikt als veevoer. De bessen zijn voor de mens niet eetbaar door giftige stoffen, zoals ilicine.
Thee van hulstbladeren werd in de volksgeneeskunde wel jarenlang gebruikt als koortsverlagend middel en vocht afdrijvend middel. Door deze laatste eigenschap zou het een goede plant zijn om oedeem, jicht en andere reumatische aandoeningen te bestrijden. Uit hulst kan een gele kleurstof (ilexanthine) gewonnen worden. De zaden van de mooie bessen werden gedroogd, geroosterd en gemalen en gebruikt als een soort van koffie. De bladeren kun je makkelijk drogen en vervolgens bewaren om thee of theemengsel mee te maken.