In het voedselbos in Noord-Spanje zijn wij nu druk met het planten eigenlijk stekken van de lampionplant – een echte aanwinst voor moestuin en voedselbos!
Deze plant, met prachtige gele bloemen die vervolgens veranderen in de allermooiste lampionnetjes, ook wel bekend als ananaskers of Physalis, heeft niet alleen sierwaarde maar ook heerlijke, eetbare vruchten. De naam Physalis betekent ‘blaas’ en verwijst naar de opvallende, papieren omhulling die na de bloei om de vrucht vormt. Die feloranje lampionnetjes geven kleur aan het landschap én aan je tuin, en ze zijn ideaal als droogbloem voor in huis.
Toch wordt de lampionplant vaak als onkruid gezien. Op moestuinen trekken mensen ze eruit alsof het niet meer is dan een ongewenste indringer. Dat verbaast me, want buiten hun schoonheid zijn de vruchten heerlijk en veelzijdig. Je kunt ze gewoon vers eten maar ook inmaken. Denk aan marmelades, dranken, desserts of – nog beter – dompel ze eens in vloeibare chocolade! De smaak is lichtzoet met een subtiele zuurtje, perfect voor wie van afwisseling houdt. Daarnaast zijn ze ook nog mega gezond want de vruchten bevatten vitamine C, ijzer, citroenzuur en carotenoïden.
De lampionplant heeft ook een fascinerende geschiedenis. In de middeleeuwen werden de bessen, samen met druiven, geperst en vergist tot een ‘medicinale wijn’ tegen jicht en nierproblemen. Ook vandaag zijn deze bessen nog een kleine gezondheidsbom!
Bij het plukken moet je even opletten: vermijd dat de bessen de lampionnen raken, want dit kan een bittere smaak geven.
En nog een leuk extraatje: na verloop van tijd verteren de felgekleurde lampionnen en blijft er een fijn ‘geraamte’ over, net zoals bij afgevallen bladeren in de herfst. Pure kunst van de natuur!
Heb je ergens een lampionplant gezien? Vraag gerust om een stekje, want voor je het weet, heb je er tien in je tuin! Of zaai hem wild, en geniet jaar na jaar van deze prachtige, veelzijdige plant.